The sad sad story about Hapoor the elefant bull

25 oktober 2013 - Addo Elephant Park, Zuid-Afrika

Dit verhaal is op waarheid gebaseerd.
Ons vertelt door Hercules Snyman
En vertaald, geromantiseerd en uit de duim gezogen door Frances Angenent.

1922 werd hij geboren, een lief klein grijs olifantje. Z'n moeder noemde hem liefkozend snuitje. Snuitje was de eerste zoon van Mbala en de grote leider Mpunzi. 
De kudde bestond uit 16 olifanten, het resultaat van een enorme massamoord op deze mooie plek op onze aarde. 
Maar Snuitje wist hier niets van. Hij werd geboren in een beschermd gebied van een vriendelijke boer die zich het lot van de olifanten aan trok. Toch had Snuitje het niet makkelijk, er was namelijk nog een Olifantje van een paar maanden ouder die Flappie genoemd werd wegens zijn extreem grote oren. Flappie was jaloers, akelig jaloers. Er ging geen dag voorbij of Flappie zat Snuitje te pesten. Snuitje voelde zich klein en onbetekenend.
Beide olifanten jongetjes werden groter en groter. Flappie stak nog steeds ver boven Snuitje uit en nog steeds liet hij hem dat elke dag weten.
Inmiddels was de olifanten kudde verhuisd naar een beschermd gebied in de Addo streek. Later zou dit het Addo Elephant National Park heten.
Op een dag was de kudde lekker aan het badderen toen ze opeens geritsel hoor, daarna een paar hele harde knallen.
De jagers, want dat waren het, zagen Snuitje z'n vader met zijn prachtige slagtanden en wilde hem dood schieten. Snuitje zag dit en hij trompetterde heel hard en denderde op de jagers af. Een van de jagers zag hem opeens op zich afkomen en liet van schrik zijn geweer afgaan. Snuitje werd geraakt in zijn oor. Bloedend viel hij op de grond. De rest van de olifanten werden woedend en jaagden de jagers weg.
Al gauw bleek dat er een stuk uit Snuitje z'n oor was geschoten. Gelukkig zou hij hier wel oud mee kunnen worden.
Mpunzi, was zo trots op zijn zoon dat hij hem gered had, dat hij besloot om hem zijn volwassen naam te geven. Dit werd Hapoor.
Flappie zat zo zuur te kijken dat Snuitje zijn volwassen naam al kreeg dat Mpunzi hem ook z'n volwassen naam gaf, namelijk Zuurkop.
Ierdereen was trots op Hapoor en Hapoor zelf voelde zich ook steeds beter. Hij groeide en groeide en werd sterker en sterker. Zuurkop daar en tegen groeide niet veel meer en bleef een middelmatige sjagerijnige olifant.
Toen Hapoor 20 jaar werd, werd hij de nieuwe grote leider van de groep. Hij was eerlijk en rechtvaardig, maar had één zwak punt, hij had een bloedhekel aan mensen. De schietpartij in zijn jeugd kon hij niet meer vergeten.
De kudde olifanten werd onder zijn leiderschap als maar groter. Hapoor was zeer geliefd bij de 'koeien' en hij had al vele nakomelingen. Een een van de koeien was zijn favoriet, wij mensen zouden zeggen zijn liefje, zijn vrouw. Ze heette Kabouga. Kabouga had hem al 2 nakomelingen geschonken, toen zij trager werd en ziekjes. Zij kreeg op haar zijkant een grote bult. Hapoor maakte zich ernstige zorgen, maar kon er niet veel aan doen. 
Het park waar de olifanten verbleven werd inmiddels goed onderhouden en bewaakt door Ranchers. De Ranchers zagen op een gegeven moment Kabouga lopen met die enorme bult op haar zijkant. Het bleek een abces te zijn. De veearts werd erbij gehaald en deze wilde Kabouga graag redden. Met een verdovings geweer werd Kabouga neer geschoten zodat de veearts haar kon opereren. Hapoor zag dit echter gebeuren en werd helemaal gek. Dit zou hem toch niet gebeuren, dat de jagers zijn geliefde neerschoten en haar mee zouden nemen.
Briesend en trompetterend verdedigde hij zijn geliefd Kabouga. Ondertussen zag hij dat zij buiten westen was en wist dat zij dit niet zou overleven. Hij deed het moeilijkste wat een groot leider moest doen, hij hielp haar uit haar lijden. Een steek meet zijn enorme horens in haar hart en een in haar hals. Kabouga overleed ter plekke. 
Hapoor trompetterde nog een keer en ging toen terug naar zijn kudde. Hij was van binnen gebroken van verdriet. Door zijn verdriet begonnen zijn krachten af te nemen en kon hij op een gegeven moment niet meer tegen de jongere generatie op. Zijn leiderschap werd hem afgenomen toen hij 44 jaar oud was.
Daar liep hij, helemaal alleen. Geen Kabouga meer,. Geen kudde om voor te zorgen en met een enorme hoeveelheid haat in zijn hart tegen de mensen.
Hij werd gek in zijn hoofd, wilde weg uit het park, maar de mensen hadden een omheining om het park gemaakt waar geen enkele olifant doorheen kon.
Hapoor was vastberaden. Met alle kracht die hij inzich had brak hij door de omheining, weg van de plaats waar hij zoveel verdriet had gehad.
De Ranchers, die hadden gezien dat Hapoor was ontsnapt, maakte zich grote zorgen. Hapoor was gevaarlijk voor mensen en mocht niet in de bewoonde wereld komen. Ze zagen maar een oplossing en dat was Hapoor dood te schieten.
En zo geschiedde het dat de grootste olifantenleider die er ooit in het Addopark is geweest werd doodgeschoten. Zijn kop is bewaard gebleven en opgezet. Deze is nog steeds te bewonderen in het park.
HAPOOR, een legende onder de olifanten. 

Hapoor

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

1 Reactie

  1. Diana:
    26 oktober 2013
    Snik.....